Naarmate staten vooruitgang boeken met regelgeving om het transformerende potentieel van kunstmatige intelligentie (AI) te benutten, zweeft er nu een dreiging aan de horizon. De introductie van een 10-jarige landelijke moratorium op AI-gerelateerde wetsvoorstellen op staatsniveau brengt complexiteiten met zich mee die de vooruitgang kunnen vertragen, waardoor belanghebbenden hun strategieën met betrekking tot AI-wetgeving opnieuw moeten overwegen.

De opkomst van door staten geleide AI-wetsvoorstellen

In de afgelopen jaren zijn zowel Democratische als Republikeinse staten begonnen met het wetgeven over AI. Gedreven door consumentenbescherming en de drang om algoritmische bias te voorkomen, hebben staatswetgevers bijna 700 AI-gerelateerde wetsvoorstellen voorgesteld. Terwijl federaal toezicht afwezig blijft, werken staatsleiders onvermoeibaar aan het beschermen van burgers tegen opkomende AI-uitdagingen. Volgens Brookings weerspiegelen deze initiatieven een proactieve houding, zelfs geïnspireerd door de uitgebreide AI-wet van de Europese Unie.

Colorado’s AI-wet: Een baanbrekend voorbeeld

Onder de koplopers valt Colorado op met zijn AI-wet, die in februari 2026 van kracht wordt. In navolging van het EU-model richt de wet zich op risicovolle AI-systemen die een aanzienlijke invloed hebben op aspecten zoals onderwijs, gezondheidszorg en werkgelegenheid. Het doel van Colorado om algoritmische discriminatie te beperken, wordt nagevolgd door staten als Utah, Texas, Virginia en Californië—elk met hun unieke wetgevende benadering.

Aanpakken van specifieke toepassingen

Naast uitgebreide wetten hebben veel staten zich gericht op specifieke gebieden zoals deepfakes. Utah loopt voorop met strenge straffen voor het verspreiden van niet-consensuele intieme beelden en kinderpornografisch materiaal, en kreeg hierbij tweepartijdige steun. Ondertussen beheren minstens 16 staten proactief de impact van AI op verkiezingen, zij het niet zonder uitdagingen. Rechtszaken in Californië en Minnesota benadrukken de delicate balans tussen regelgeving en vrijheid van meningsuiting.

De cruciale rol van staats-AG’s

In scenario’s zonder nieuwe wetgeving bevinden staatsadvocaten-generaal (AG’s) zich aan het roer van AI-toezicht. Ze fungeren als tolken van bestaande consumentenbeschermingswetten en zijn cruciaal bij het navigeren door de ethische inzet van AI. Met name de AG van Texas heeft dit getoond door schikkingen te treffen met AI-bedrijven over misleidende praktijken, waarmee het belang van duidelijke consumenteninformatie wordt benadrukt.

De gevolgen van een nationaal moratorium

Het voorgestelde moratorium door de House Energy and Commerce Committee zou staten verbieden juridische grenzen met betrekking tot AI te creëren. Hoewel brancheverenigingen federale standaardisatie toejuichen, waarschuwt de National Conference of State Legislators (NCSL) voor een belemmerde staatsinnovatie. Een algemene pre-emption kan zinvol toezicht stoppen, waardoor privacy en burgerrechten in gevaar komen en unieke lokale behoeften worden genegeerd.

Naarmate dit wetgevingsdebat zich ontvouwt, is het cruciaal om een voorzichtige maar aanpasbare benadering te behouden. Terwijl de federale overheid leiding moet geven aan nationale normen, zorgt de delicate wisselwerking van staatsinitiatieven voor op maat gemaakte, responsieve regelgevende maatregelen. De volgende stappen in AI-governance hangen af van het harmoniseren van deze inspanningen met federale ambities om een samenhangend, alomvattend AI-paradigma te creëren.